Clash over etnisch profileren Rotterdamse politie

24 January 2021, 18:24 uur
Rotterdam & Regio
mainImage
Rechts van boven naar beneden: Karremans, Aboutaleb, Van Baarle, Arsieni en Büyükçifçi

‘’Discriminatie zit nu eenmaal in de samenleving. Het zit bij Nida, bij Denk, bij de VVD en bij JA21. Het is vergif en daar moeten we iets aan doen. Maar het is verkeerd om er goedkoop mee te willen scoren over de rug van de Rotterdamse politie.’’

De sneer van de Rotterdamse VVD-fractievoorzitter Karremans tijdens het digitale debat over een aangekondigd herhalingsonderzoek naar etnisch profileren van de Rotterdamse politie was geadresseerd aan raadslid Büyükçifçi van Nida.

Meteen een clash.  

‘’U wilt discriminatie onder het tapijt schuiven’’, beet fractieleider Van Baarle van Denk de VVD-baas toe. ‘’Dit is weer zo’n schoolvoorbeeld van hoe de VVD weigert aansluiting te zoeken bij een grote groep Rotterdammers. Een toonbeeld van volksvertegenwoordigerschap waar meneer Karremans geen kaas van gegeten heeft.’’

‘’Struisvogelpolitiek’’, riep raadslid Büyükçifçi van de andere Rotterdamse moslimpartij.

‘’De Rotterdamse politie moet het vertrouwen van de samenleving herwinnen’’, had Büyükçifçi gezegd. Dat was de aanleiding. Het verwijt was zwaar tegen het zere been van Karremans, die achter zijn scherm naar de Veiligheidsmonitor scrolde, de ogen wijd opensperde, met z’n hoofd naar voren ging om goed te kunnen citeren en oplas ‘’dat 74% van de Rotterdammers vertrouwen had in de Rotterdamse politie.’’

‘’Dus uw retoriek, meneer Büyükçifçi, stookt het zaakje alleen maar op.’’

En tegen Van Baarle van Denk: ‘’Als ik met mijn blauwe ogen, blonde haar en witte lijf alleen maar op de site van Denk kijk, voel ik me ook gediscrimineerd.’’

De toon was meteen gezet deze week, terwijl het grote debat over discriminatie in Rotterdam pas in maart plaatsvindt. De damen en heren maakten er een soort generale repetitie van. Raadslid Arsieni van D66, die het logo van de politie ook niet op haar nachtkussen heeft, wilde aan het onderzoek een representatieve steekproef toegevoegd zien. Ook wilde ze een enquête. Liefst op wijkniveau.

Raadslid Leewis van GroenLinks was nieuwsgierig hoe de politie zelf tegen de samenleving aankeek en vroeg aan de burgemeester of dat ook aan het onderzoek kon worden toegevoegd. En Nida zag heil in een soort live controle, maar noemde het ‘’participerende observaties.’’

Tegen het einde van anderhalf uur vuurwerk over een beladen onderwerp dropte burgemeester Aboutaleb nog een nadenkertje in de arena. Hij had ‘’in kringen van Rotterdammers met een niet westerse achtergrond’’ wel eens uitnodigend geroepen dat ze bij de politie moesten solliciteren. Het antwoord was: ‘’No way. Ik ga niet bij de politie werken om mijn eigen mensen te verraden.’’

Burgerraadslid Jaap Rozema van de Partij voor de Dieren was de enige die durfde te vragen: Wat bedoelt u ermee, burgemeester?

‘’Dat u dat debat maar eens aan moet gaan met de wethouder’’, antwoordde hij, verwijzend naar filmpjes op You Tube waarop hij zelf ook als verrader werd gezien.